Klein spul
 

Het derde deel van mijn kijkkastjes

Gekochte of zelf gemaakte kastjes

De servieswinkel




Dit winkeltje heb ik gekocht bij 't Houthoekje. De beschrijvingen van de kasten en de toonbank staan in Poppenhuizen en miniaturen nummer 29 juni/juli 1997. De vloer staat beschreven in Poppenhuizen en miniaturen nummer 16 zomer 1994. Waar je fineer zou kunnen krijgen, wist ik toen niet. En houten kantband was niet meer te koop. Dus heb ik nephout kantband gebruikt.


Berenwinkel


Dit kastje leek me gewoon ideaal om allerlei miniatuur knuffels in te bewaren.


Plantenkas


Dit is officieel een kweekkasje dat je bij Ikea. Ik heb er wel extra latjes aan toegevoegd zodat het echter lijkt. Ik heb er ook een deur in geplaatst. De plantenrekken waren bouwpakketjes uit Finland.



Dit is echt een ideale plaats om plantjes te stallen waar ik nog niet echt een plekje voor in een ander kijkkastje of poppenhuis heb.


Kantwinkel



Het kantwinkeltje was (net als de linnenkast) een workshop bij Lutje Boudel.


Naaimachinekapjes



In 2006 heeft Angelinque van Bibian's Poppenhuis een heleboel miniatuur naaimachinekapjes gemaakt. En laat ik nu bij een rommelwinkeltje een bijpassende grote naaimachinekap vinden. Het hele verhaal kunnen jullie hier lezen. Er staat ook een artikel in het duitse poppenhuistijdschrift 1 zu 12 nummer 36 juli/aug 2007. Daar staat ook een foto van mijn naaimachinekap in. (Met mijn toestemming overigens.)


berendokter breiwinkel bruidswinkel hoedenwinkel kantwinkel naaialtelier borduurwinkel quiltwinkel stoffenwinkel

Het was een beetje de bedoeling om (weliswaar zo ruim mogelijk) het thema "handwerken" aan te houden.

Meer informatie en foto's over het maken van de kapjes is hier te vinden.


Serre



De serre is eigenlijk een kweekkastje dat (als ik het me goed herinner) bij Blokker te koop was. De vloer is gemaakt van glazen mozaïektegeltjes. Die zijn niet specifiek voor een miniatuurvloertje bedoelt, maar het werkt prima.


De Zoete Inval



Het is geen bonbonwinkel, maar ook geen bakkerij. En om geen zinloze discussies te krijgen, heb ik deze winkel de naam "De Zoete Inval" gegeven.

Ja, ik weet het. Een zeer originele naam.


Het winkeltje zelf was een bouwpakket. De meubeltjes heb ik bij 't Houthoekje gekocht. Met een beetje beleid zijn de meubeltjes gedeeltelijk uit elkaar te halen, zodat ze gemakkelijker te verven zijn. Ze waren niet echt duur, dus ik durfde het risico te nemen.



Kledingwinkel


Deze winkel heb ik helemaal zelf gemaakt. Dus geen bouwpakket! Het is het tweede houtproject (het witte huis was het eerste) dat ik helemaal zelf heb gemaakt. De beschrijving staat in het blad Poppenhuizen en miniaturen nr. 28 van april/mei 1997.


Showroom Harley Davidson motoren

Schaal 1 op 18


Het is niet alleen 1 op 12 wat ik maak. Af en toe maak ik het zelfs kleiner. Deze showroom is namelijk 1 op 18. De motoren zijn nu eenmaal in deze schaal gemaakt. Tja, en een beetje motorrijder heeft een goed motorpak en motorhebbedingetjes. Dus een kledingrek en vitrinekast waren onontbeerlijk.




En omdat ik ze mooi vind, het ik de buitenkant ook voorzien van stoere Harley Davidson plaatjes. De plaatjes heb ik geprint, uitgeknipt, opgeplakt en met een spuitbus blanke lak heb ik er meerdere dunne lagen op aangebracht.



Yo-ho-ho and a bottle of rum


Ik zou met een raadseltje kunnen beginnen. Zo onder het mom wat wordt dit?


Maar dat zal ik jullie niet aandoen.



En zo heb ik het gemaakt:

Het kistje heb ik gekocht bij Baboffel in Haren. Ik wist toen al wat ik er mee zou doen. Alleen hoe? Een paar weken later vond ik de piraten en schatkist bij Asbran in Groningen. Dat was mazzel hebben. Eén probleempje minder.

Maar toen had ik nog steeds een probleem. Hoe kom ik aan ieniminie muntjes.

Die vraag heb ik letterlijk in de groep gegooid, maar ik wilde niet te veel verklappen en iedereen dacht een paar schalen te groot.

Dankzij het geld dat Wekalien van Maria heeft gekregen, wist ik het: goudglitter!



Maar dat heb ik als laatste gebruikt. Als basis heb ik DAS klei gebruikt. Ik het kistje heb ik een stukje plastic gedaan en heb zo de klei in het kistje gemodelleerd. Ik heb het toen uit het kistje gehaald, zodat het kan drogen. Had ik het in het plastic gelaten, dat zou het een eeuwigheid duren voordat het droog is. De figuurtjes hebben ook al hun vaste plaats gekregen.

Ik heb toen de eerste laag verf aangebracht. Het is steengrijs van Decorfin. Direct daarna, dus voordat het is gedroogd, heb ik donderrood, geel en lichtgrijs gemengd met de kwast en ben er lukraak over/door het steengrijs gegaan.

De figuurtjes staan nu definitief op hun vaste plaats.




Kijk, hier kunnen jullie zien dat het niet groot is. Het past helemaal op mijn hand. Vandaar het probleem van de munten.

Voordat ik het goudglitter heb aangebracht, heb ik de goudstromen eerst goud geverfd. Vervolgens heb ik heb goudglitter op de nog natte goudverf laten vallen. Hier en daar nog een nep edelsteentje en voila: Een schatkist.




Kop en schotel


Ik ben een tijdje lid geweest van de groep minimaniakken. Daar maakten we regelmatig, via internet, dezelfde projecten.

Dit was er eentje van:



Ik heb geen egeltje kunnen vinden, maar daar is wel nog een plaatsje voor als er eentje hier een winterslaap wil houden.


Ik kwam wel toevallig een setje tuingereedschap tegen. Terwijl ik op zoek was naar een egeltje. Blijkt maar weer dat je echt in alle bakken moet rommelen. Bij het tuincentrum wisten ze zelf niet eens dat ze het verkochten.


De Hollandsche pot



De basis voor dit project zijn een houten snijplankje en een klein pannetje.


Om de gevel te kunnen maken, heb ik eerst karton in het pannetje gelijmd. Vervolgens heb ik van klei de details aangebracht.



Nadat de klei was gedroogt, heb ik het geverfd. En het pannetje heb ik op de plank bevestigd door een soort cement (uit een potje) erop en om te modelleren.




Met wat gras (uit een zakje) en kleine steentjes begint het al ergens op te lijken.



De poppetjes zijn modeltrein poppetjes.

(De schaal is ongeveer 1 op 144.)



Het is de eerste dag dat De Hollansche Pot open is en het is al een drukte van belang.

Hoewel het restaurant een paar kilometer van het dichtst bijzijnde dorp ligt, zullen ze het deze zomer behoorlijk druk krijgen.

Ze zitten namelijk precies aan de door voetgangers en fietsers drukst bezochte weg van de omgeving.



Meneer Jansen zit nog maar nauwelijks op zijn stoel of hij roept al om de menukaart.

Die arme Jeaniene rent al zenuwachtig naar hem toe. Het is haar eerste dag als serveerster en omdat er geen menukaarten zijn, heeft ze alles uit haar hoofd moeten leren.

En dan te bedenken dat ze het baantje helemaal niet wilde. Het was een idee van haar moeder. Zo komt ze ten minste onder te mensen. Ja, ja, Jeaniene weet wel beter. Haar moeder hoopt op iets heel anders.



De eigenaresse, mevrouw Boon, is al druk bezig om de menukaart op te zeggen voor de heer en mevrouw Verbrugh. Mevrouw Verbrugh onderbreekt haar abrupt door "Marije, Marije, wat wil je eten?!?" te roepen. Een meisje verder op reageert niet. Ze is druk aan het spelen met Kees de witte hond. Kees geeft wel aandacht aan mevrouw Verbrugh. Zou ze misschien voor hem ook iets lekkers hebben?